Skip to content

Wildrose Peak, Death Valley, over natuursensatie in de woestijn

Soms word je ineens herinnerd aan een uitzicht, lang geleden. Onlangs las ik het boek America, van Jean Beaudrillard. Nu was ik niet altijd fan van al die grote Franse sociologen en al hun tienregelige zinnen, maar de omschrijving van de sensatie die je voelt in Death Valley zorgde ervoor dat ik me even terug in de VS waande, in plaats van de drukke trein naar het werk. Natuursensatie, dat is het.

005_Camping
Ruim 5 jaar geleden was ik daar, om mijn man (toen nog vriend) op te zoeken die stage liep, vlakbij San Fransisco. Na 4 maanden Skypen en mailen konden we elkaar eindelijk weer zien. In de weekenden trokken we erop uit, en zo belandden we in Death Valley. We kwamen ‘s nachts aan, terwijl vriendlief ons aanmeldde op de camping zette ik de tent op bij het licht van de koplamp. Even daarvoor hadden we een coyote zien staan. Verder zagen we alleen sterren. De volgende ochtend werden we vroeg wakker geschud door een zandstorm, waar de tent een klein bocheltje aan over hield, maar eenmaal wakker bleek het stralend weer te zijn. Tijd voor onze eerste bergavontuur met z’n tweeën. Op dat moment had ik nog vrij weinig ervaring, behalve de wandelingen met m’n ouders in Frankrijk, die meestal niet al te lang waren, met niet al te veel hoogteverschil. Dat heb ik geweten.

004_Kilns
We reden met de auto naar de kilns, een parkeerplaats bij oude houtskoolovens in de vorm van honingraten. Beneden was het nog best fris – het was eind oktober, maar elders in Death Valley is het dan zo’n 30 graden Celsius. De toch loopt voor een groot gedeelte door een soort laag, niet heel dicht bos met allerlei bijzondere struiken en bomen. Echt iets voor cactusfans. Ondanks dat de tocht relatief niet heel steil is, en het pad overal duidelijk zichtbaar, moest ik best wel even wennen. Telkens als je denkt dat je er wel bijna moet zijn, blijkt het toch nog weer een stuk verder lopen. Daarnaast start je op zo’n 2000 meter, om op zo’n 2700 meter uit te komen. De dag ervoor liep ik nog door San Fransisco, dus dat verschil kun je merken. En oja, je bent in een woestijn, dus ook halverwege de bergen kan het lekker warm worden. Veel pauzes om op adem te komen, met Chips Ahoy-koekjes en liters water die we meesleepten (want onderweg is geen water te vinden, ook niet bij het startpunt) bleek te helpen.

002_Woestijnbos

Na het woestijnbos wordt de begroeiing namelijk lager, de wind frisser, en het pad een tijd lang erg steil. En net op het punt dat je denkt aan opgeven – want hè, je hebt al veel moois gezien – vlakt het af en word je omgeven door woestijn. De natuursensatie. Vanaf hier is het nog even, maar dat doet er niet toe. Overal woestijn, bergen, kleuren en een zuchtje wind.

001_Bijna_daar

003_Uitzicht

004_Toprots

Nadat je bent uitgerust, bijgedronken, je vest hebt aangedaan, je welverdiende appel en lekker Amerikaans brood hebt gegeten, en foto’s hebt gemaakt, volgt de terugweg: hetzelfde pad, maar dan naar beneden. Neem er genoeg tijd voor, want het is niet heel moeilijk, maar toch een redelijk lang stuk. Zo’n zes uur later stonden we weer bij de kilns.

We reden met onze huurauto naar Furnace Creek om te eten, er zit daar een niet heel goedkoop maar wel erg lekker restaurant. Een andere optie is de snackbar in Beatty, die zit aan de saloon vast. Beatty ligt net over de grens in Nevada, waar de munitie nog in kisten langs de weg staat. Onderweg kom je nog langs een spookdorpje. Het is allemaal wel een eindje rijden, en als het eenmaal donker is, is het ook echt heel donker – hoewel je in de verte het schijnsel van Las Vegas kunt zien liggen. Je kunt natuurlijk ook gewoon zelf barbecuen of koken op de camping, er zit nog een kleine supermarkt midden in het national park. Mét lekkere Sierra Nevada biertjes en Chips Ahoy koekjes.

Deze tocht staat beschreven op AllTrails. Ondanks dat het geen moeilijke route is, is het toch belangrijk om een kaart mee te nemen, zodat je een goed idee hebt van je voortgang en de omgeving. Daarnaast is Death Valley een gevaarlijke plek om te verdwalen, het blijft immers een woestijn. Het hele pad is rotsachtig, dus wandelschoenen zijn een must. De temperatuur kan schommelen, dus neem voldoende eten en drinken mee, maar ook warme en waterdichte kleding.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *