Skip to content

Een stukje over wandelschoenen

Bijna zes jaar geleden maakten we enthousiast plannen om te gaan kamperen in Frankrijk. We wilden naar de Alpen en de Provence én wandelen. En dus had ik wandelschoenen nodig. Echte wandelschoenen. Dus ik naar de Bever in Groningen, waar ik toen woonde. Met mijn vakkenvulspaarcenten. En eigenlijk geen idee wat ik nou moest kiezen.

Gelukkig wisten ze daar heel veel van al die schoenen die daar uitgestald stonden. Wandelschoenen zijn er namelijk in diverse categorieën, afhankelijk van je wandeldoel. Wij wilden voornamelijk wandelen mét hoogteverschil, en rotsachtig terrein leek me wel gaaf. En dan heb ik ook nog smalle voeten. Bij de Bever wisten ze er wel raad mee, en na veel passen en over hindernissen in de winkel wandelen, bleken de paarse Hanwag Tatra’s het meest geschikt.

De weken erna liep ik ze in, op de bult bij Kardinge. Bij lange na niet genoeg, kwam ik achter toen we eenmaal in Frankrijk waren. Dat eerste jaar had ik toch echt wat blaren, maar blaarpleisters boden uitkomst. En ondanks dat ik ze echt heel lomp vond, was ik er maar wat blij mee. Tijdens de steile klimmetjes in de Alpen over de losse stenen, de regenbuien die maar niet voorbij leken te gaan en de hitte in de Provence. Ik kreeg plaatsvervangend medelijden met mensen die dezelfde tocht op hun sneakers probeerden. Natuurlijk, zij kwamen er vaak ook, maar het zag er niet altijd even comfortabel uit.

Schoenen_02

Na al die jaren heb ik nog steeds dezelfde schoenen, ik heb ze overal mee naartoe genomen (of andersom?) en ze zitten als gegoten. Iets minder hysterisch paars dan toen ik ze kocht, maar nog steeds fantastisch. Maar wat er dan precies zo fijn is aan wandelschoenen? Nou, dit:

  1. Je voeten blijven droog. Regen, stroompjes of modderpoelen? Geen probleem. Oké, ik heb zelf geen gore-tex schoenen, maar ‘gewoon’ leer. Die kunnen dus op een gegeven moment gaan doorlekken, wat ik vooral heb gemerkt bij de natte stukken in IJsland, een wandeling met alleen maar regen in Yosemite, en laatst gewoon in Nederland, toen we gewoon moesten omkeren omdat het pad één grote waterplas was geworden. Manlief had best verder gekund met z’n gore-tex, ik toch echt niet. Maar al die andere momenten was dat leer echt prima. Ook in warme gebieden! Teveel zweet is ook geen pretje namelijk.
  2. Je tenen blijven heel. Rotsachtig terrein leek me wel gaaf, en dat is het ook! (Bijna) niets leukers dan boven de boomgrens wandelen. Maar ik stoot nogal eens m’n tenen, want ik ben weleens wat onhandig. Gelukkig hebben wandelschoenen in de wat hogere categorieën een hele handige stootrand, zodat je er bijna niets van voelt.
  3. Nooit meer blaren. Uiteindelijk dienen je schoenen zo te zitten dat er geen wrijving ontstaat, en je enkel goed wordt ondersteund. Als dat zo is, kan je alle wandelroutes wel aan. Overigens kunnen sokken hier ook veel verschil in maken. Eerder droeg ik altijd van die standaard wandelsokken met katoen en polyester, maar die begonnen te irriteren. Sinds ongeveer een jaar draag ik sokken met wol en m’n voeten blijven lekker warm en droog.
  4. Grip! Soms ligt er een enorm rotsblok op je pad, of juist een puinveld. Soms ook nog eens heel steil, en zonder uitwijkmogelijkheden. Oftewel: best spannend. Maar door het profiel onder je wandelschoenen zul je een stuk minder snel uitglijden dan met sneakers of bijvoorbeeld hardloopschoenen.
  5. Warmte. Zelfs op een koude zomeravond of ochtend als je van je tentje naar het toiletgebouw loopt kan het heel fijn zijn om even je bergschoenen aan te doen in plaats van je slippers of sneakers. Of als je op een winderige bergtop aangekomen bent en wel iets meer pauze kan gebruiken dan alleen een kort kodakmomentje.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over enkels en knieën.

 

 

 

 

 

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *